Bergen verzetten vanuit de menselijke maat
In de laatste week van april vindt het Rijnlands Praktijk Festival plaats. Deze bijeenkomst is ook interessant voor mensen, die er niet naar toe gaan. En wel omdat dit festival aandacht vraagt voor een organisatiemodel waarin heel veel professionals zich kunnen vinden. Desondanks ondervindt dit model al een aantal decennia zware druk vanuit de concurrerende filosofie: het Angelsaksische (Amerikaanse) model. De keuze tussen Angelsaksisch of Rijnlands komt –kort door de bocht– neer op deze vraag. Moet een organisatie een middel zijn om geld te verdienen (niet in het minst voor de aandeelhouders) of een werkgemeenschap, waarbij het maken van winst een van de doelen kan zijn? Wereldwijd is de keuze al voor (niet door) veel professionals gemaakt. Met name buiten Scandinavië, Duitsland en Nederland gaan organisaties graag Angelsaksisch te werk. Want in dat model is de sturing van de organisatie veel overzichtelijker. Althans volgens de managers. Immers met geld als maatstaf wordt alles meetbaar, uitrekenbaar en zo nodig ook afrekenbaar.
Verbonden en trots
Als het gaat om uitstraling en ambitie, lijkt het Angelsaksische model de Porsche te zijn en het Rijnlandse model is meer de Volvo. Maar wie wat verder kijkt, ziet hoe de schijn kan verwarren. Een Porsche is typisch een product, afkomstig uit een Rijnlandse organisatie. Het merk staat voor een onderneming waar de managers én de werkvloer verbonden zijn in een diepgewortelde bedrijfstrots. Men wil bij Porsche kwaliteit. Managers respecteren het vakmanschap van de werkvloer. Het management zou bijvoorbeeld nooit vragen om concessies te doen aan kwaliteit en vakmanschap omdat de kwartaalcijfers even opgepoetst moeten worden. Want ze zijn eerst Porsche en dan pas manager.
Er zijn meer soorten succes
Kijken we naar Silicon Valley. Dit is een hogedrukpan van talent en snel geld die in een Rijnlandse omgeving waarschijnlijk nooit zo spectaculair had kunnen groeien. Welke automerk zie je daar relatief vaak? Inderdaad, Porsche. Wie succes heeft, wil het authentieke hebben. En wie het authentieke zelf vervaardigt, heeft –gek genoeg– niet zo’n zelfde uitstraling van succes. In het Rijnlandse denken wordt deze uitstraling dan ook niet nagejaagd. Men kijkt bewust anders –inhoudelijker– naar definitie van succes. Wie iets maakt waarop hij of zij met recht trots kan zijn, wordt beschouwd als iemand die erbij hoort en die een faire beloning verdient.
Waardengestuurd werken
Het Rijnlandse model manifesteert zich steeds meer als het alternatief voor regelgestuurde en cijfergefocuste organisaties. Daarbij blijft het nodig om de praktische uitdagingen te bespreken, die eigen zijn aan deze benadering van mens en werk. Want vraagstukken over de toedeling van individuele verantwoordelijkheden en rol van de manager lossen zichzelf niet op alleen door het omarmen van waardengestuurd werken. De betrokkenen hebben ook een instrumentarium nodig dat de vorderingen zichtbaar, voelbaar en meetbaar maakt. Alleen dan kan je bergen verzetten vanuit de menselijke maat.