Generaties toelichting
De verschillende generaties op een rij volgens de internationale wetenschappelijke visie:
Babyboomers
Babyboomers zijn geboren tussen 1946 tot 1964. Hun ouders hebben de oorlog meegemaakt en zelf hebben ze er op zijn minst een staartje van meegekregen. Wat hen kenmerkt in de houding ten opzichte van werk is hun grote loyaliteit. Ze zijn betrokken bij hun werk, collega’s en werkgever en hebben minder behoefte om op te stappen dan jongere generaties. Veel Babyboomers hechten waarde aan een formelere (werk)houding en privacy, terwijl de bedrijfsculturen vaak steeds informeler en ‘losser’ worden. Onder meer daardoor krijgen ze door jongere generaties soms het stempel ’traag’ opgeplakt. Ze zouden niet voldoende thuis zijn in de digitale wereld en niet van verandering houden. Babyboomers doen het vaak uitstekend als mentor of coach. Zo kunnen ze opgebouwde ervaring overdragen op jongere meer onervaren medewerkers. Door de generatiewisseling zie je dat generatie X de leidende rol overneemt.
Generatie X
Generatie X wordt veelal beschreven als individualistisch, egocentrisch en materialistisch. Mensen uit deze generatie zijn geboren tussen 1965 en 1979. Ze worden ook wel de pragmatische generatie genoemd. Of bijna tegenovergesteld: de Verloren generatie of Generatie Nix. Wat ze met elkaar gemeen hebben is dat ze snel volwassen moesten worden. Door de economische crisis waren er weinig banen en was het dus niet makkelijk om aan het werk te komen. Ook zag de toekomst er ten tijde van de koude oorlog niet al te rooskleurig uit. De impact hiervan is dat X-ers over het algemeen sterk gericht zijn op hun eigen doelen, en met zowel realistisch als risicomijdend gedrag tot gevolg. Deze generatie lijkt het meest gevoelig voor stress, werkdruk en burn-out.
Generatie Y
Deze groep is geboren rond 1980 tot 1995. Deze generatie zoekt naar geluk en betekenis. Ze zijn opgegroeid in een tijd waarin alles mogelijk is en betalen de prijs met keuzestress en het dertigersdilemma. Ook in het werk vertonen ze zoekgedrag. Persoonlijke ontwikkeling, loopbaan, opleidingen en tijdelijk naar het buitenland: ze zijn continu op zoek naar meer uitdaging en nieuwe projecten. Hierdoor zitten er ook veel jobhoppers tussen. Oudere generaties denken wel dat Y-ers nooit volwassen worden. Dat wil overigens niet zeggen dat ze minder productief zijn. Y-ers zijn vaak grenzeloos actief en ambitieus en halen plezier net zozeer als andere generaties uit promoties of waardering voor de met hard (over)werken verkregen resultaten.
Generatie Z
En dan de jongste generatie. Mensen uit generatie Z, geboren tussen 1995 en 2012, zijn digital natives, en als het om werk gaat digital nomads. Tijd- en plaatsonafhankelijk werken is voor hen niet nieuw, maar heel vanzelfsprekend en een manier van leven. Ze werken waar en wanneer het past en hechten niet aan grenzen tussen werk en privé. Omdat hun werk past bij hun persoonlijke waarden en interesses, is een onderscheid in waar ze hun tijd aan besteden niet relevant. Dat is, zolang het werk die waarden inderdaad voor hen vervult. Is dat niet zo, en vinden ze geen betekenis in een baan, dan wordt er relatief makkelijk geswitcht naar een nieuwe werkgever.
Z-ers en ook Y-ers staan bij oudere generaties wel te boek als verwend, alsof alles voor hen geregeld is en ze nooit ‘nee’ te horen hebben gekregen. Dit beeld lijkt niet helemaal terecht. De jongere generaties zijn juist erg ambitieus en prestatiegericht. Ze zijn bereid hard te werken voor hun doelen. Alleen moeten die doelen wel overeenkomen met wat ze zelf belangrijk vinden, en niet beperkt zijn tot wat ‘moet van de baas’.