Tips voor zelfreflectie
1. Kies een reflectiemoment
Bepaal een vast moment in de week als reflectiemoment. Check dan alle bronnen waar werk in zit zodat je overzicht heb en keuzes kunt maken om bij te sturen wat bijgestuurd moet worden. Check ook wat je buiten je werk had beloofd en toegezegd en wat daarmee de stand van zaken is. Plan je reflectiemoment in de agenda, zodat het zichtbaar is.
2. Evalueer jezelf
Ga na wat je plan voor de week was, wat je bereikt hebt en wat (nog) niet. Onderzoek je werkgewoonten. Waar ben je de regie kwijtgeraakt, wat heb je wellicht uitgesteld of waar ben je overheen gestapt? Wat is de impact daarvan op jouzelf, op je resultaten en wat kan je de komende week ánders doen?
3. Communiceer én sta open voor feedback
Communiceer over dingen die je beloofd had maar niet hebt gedaan. Maak nieuwe afspraken of zorg dat je alsnog doet wat je beloofd had. Vraag aan je omgeving ook hoe jouw persoonlijke leiderschap en effectiviteit ervaren worden. Beslis wat je doet met eventuele verbeterpunten die je worden aangereikt. Communiceer dat ook aan degene die de feedback aan je gaf. Krijg je complimenten? Neem die dankbaar in ontvangst.
4. Vraag om hulp of ondersteuning
Hoewel je alles vast wel alleen kan of vindt dat je het zelf moet kunnen of doen, helpt het om jouw uitdagingen te delen met iemand die je na staat of met degene met wie je samenwerkt. Vraag de ander om je te houden aan wat je zegt graag te willen aanpakken of bereiken. Wie kan je daarbij ondersteunen? Wat kan je specifiek afspreken?
5. Stuur bij, wat bijsturing behoeft.
Er zijn misschien talloze ‘redenen’ waarom iets niet gegaan is of gaat zoals je had voorzien. De vraag is waar je je energie aan geeft. Aan de redenen of aan het resultaat wat je voor ogen staat? Blijvend bewust, efficiënt en effectief werken, betekent bereid zijn om steeds weer bij te sturen……