De methodiek van CiEP is cultureel aanpasbaar
Overal waar mensen zich verantwoordelijk voelen, doen zich problemen voor met tijd te kort of werk te veel. Zo ook bij de plaatselijke vestiging van SNV in Burkina Faso. De medewerkers van deze ontwikkelingsorganisatie worstelden met het stellen van prioriteiten in hun volle agenda’s. De directeur van “filiaal Ouagadougou”, Jeanette de Regt, had tijdens haar werk in een ander Afrikaans land al ervaren hoeveel CiEP hierin kan betekenen.
Universeel efficiënt
In Burkina Faso –en tot op zekere hoogte in heel Afrika– speelt een aantal culturele factoren, die veroorzaken dat een agenda snel verstopt kan raken. Allereerst heeft een lokale medewerker veel meer familieverplichtingen. Mensen voelen sowieso een vrij hoge drempel om nee te zeggen. En nee zeggen tegen iemand die ouder is of hoger in de hiërarchie is extra lastig. Dit alles neemt niet weg, dat het stellen van prioriteiten een universeel efficiënt principe is. Ook in Burkina Faso is aan de werk- of sociale omgeving uit te leggen, waarom je ervoor kiest om iets niet, nog niet of met een tijdlimiet te doen.
Individuele regie
Maar er is wel training en coaching nodig om de regie te nemen over de agenda met overtuiging én zorg voor de relaties. Dit veranderingstraject vertrouwde Jeanette toe aan Renée Osté. “Zij is geheel vertrouwd met de Afrikaanse verhoudingen en de SNV-way, de werkcultuur binnen SNV.” De deelnemers aan de CiEP-training wisten dat de coach de culturele gevoeligheden goed begreep. Anderzijds kon Renée de deelnemers ook wijzen op de bestaande ruimte voor eigen verantwoordelijkheid; bij SNV is deze groter dan bij de andere NGO’s.
Voorgaan in de verandering
Jeanette de Regt: “De methodiek van CiEP is cultureel aanpasbaar.” Ethnische verschillen staan een succesvolle toepassing niet in de weg. Veel belangrijker is de rol van de directie in een cultuurtrajact als dit. Het is absoluut nodig dat de directie voorgaat in de verandering, zowel in woorden en als in daden. De Regt: Als directeur moet je medewerkers er duidelijk in bevestigen dat hun tijd een kostbaar goed is. Ook als de baas erom vraagt. Alleen dan kunnen mensen beter toekomen aan hun kerntaken en aan de nodige rustmomenten.”