Tips omgaan met veranderingen
1. Wat wil je WEL?
Je hersenen doen heel iets anders met de gedachte “We mogen het pand niet meer in”, dan met “Ik ga er voor zorgen dat ik thuis zo prettig mogelijk kan werken”. Door te denken wat je wilt, geef je je hersenen een impuls om daar ook voor te gaan zorgen. Hoe concreter je omschrijft wat je wilt, hoe meer je de verandering voor elkaar zult krijgen. Vertel jezelf er dus bij dat je om 16 uur wilt stoppen en dat je dan tevreden wilt zijn omdat je ‘X’ hebt afgehandeld. Grotere kans dat het je lukt!
2. Wat kan ik doen?
“Choose your battles” wordt er wel gezegd. Dat geldt ook voor de gevechten die zich tussen je oren afspelen en waar je het keer op keer maar weer over hebt, met jezelf of met anderen. Neem nu het COVID-19 virus. Het is er en je invloed is beperkt. Je hebt het te doen met de maatregelen en voorzieningen die er zijn, of je nu wilt of niet. Door je er boos of druk om te maken, verandert er niets. Richt je aandacht liever op wat je wél kunt doen. Beperk je sociale contacten, richt je werk online in, lees een goed boek, speel met de kinderen en check even bij de buren of alles goed gaat.
3. Wat gaan we veranderen?
Veranderen doe je vaak niet alleen. Een verandering is pas echt een verandering als je met je collega’s, team of hele organisatie blijvend anders gaat werken. Dat begint met een gedeeld idee over de toekomst, over hoe je wilt dat er straks wordt gewerkt en samengewerkt. Vanuit een gezamenlijke intentie maak je de verandering steeds concreter: verbeteren van de samenwerking wordt bijvoorbeeld zorgen dat er goede online voorzieningen zijn en werkinstructies voor virtueel vergaderen en het delen van documenten. Je kunt dan werkafspraken maken over het doen bijwonen van vergaderen en met elkaar besluiten dat je elkaar erop aanspreekt als er niet actief lijkt te worden deelgenomen. Gedragsverandering is makkelijker naarmate je beter weet wat er precies van je wordt verwacht.
4. Accepteer dat er mentaliteitsverschillen zijn
Een andere manier van werken is niet voor iedereen even gemakkelijk. De één pakt makkelijk zijn boeltje op en logt ’s avonds in als het huis tot rust is gekomen. Een ander is zo gesteld op directe ruggenspraak met zijn collega dat hij thuis nergens meer toe lijkt te kunnen komen. Als je wilt dat de verandering slaagt, is het belangrijk om oog te hebben voor wat er gemist zou kunnen gaan worden. Als je daar samen iets voor kunt inrichten, verzacht dat het leed. In het geval van sociale beperking zou je kunnen denken aan vaste dagelijkse inbelmomenten of een whatsapp groep voor werkvragen. Wees creatief en vooral.. lief!
5. Inslijttijd
Hoe lang blijven mensen die in een auto met automaat gaan rijden, nog regelmatig graaien naar de niet-aanwezige versnellingspook? Gemiddeld 3 weken, zo lang duurt het voordat ander gedrag het nieuwe ‘gewoon’ is geworden. Tenminste, als je er elke dag mee in oefening bent. Dat is dan het voordeel van gedwongen thuis werken, kinderen tot thuisleren aanzetten en er elke keer weer achter komen dat de schappen in de supermarkt best gewoon gevuld zijn. We ontkomen er niet aan, en dat zorgt voor het inslijten van passend gedrag.