Goed voor je rug: inzicht in je werkzaamheden
Precies terwijl zijn gedachten afdwalen naar deze ideale werkomgeving hoort hij hoe iemand zijn bureau nadert. “Jochem, heb je even?…” Al bij het noemen van zijn naam, krimpt zijn al gebogen rug nog verder ineen. Een geconditioneerde reflex. Vraag iets aan Jochem en hij zal er zichtbaar gebukt onder gaan. Hoe is dat zo gekomen? Niet door een gebrek aan arbeidsethos. Daarvan hebben mensen die zaterdagmorgens naar kantoor verlangen eerder te veel dan te weinig.
Teveel draadjes bij elkaar
Ondanks deze werkhouding is Jochem in de loop van de tijd steeds meer verontwaardiging gaan voelen als een collega hem tussendoor een vraag stelt. Of een verzoek bij hem neerlegt. Zijn collega’s begrijpen dit reactiepatroon niet. Zuchten, schichtig knikken, zuinig kijken. Nog eens zuchten. Maar na een paar uur krijg je meestal toch wat je hebben wilt. Waarom wordt Jochem zo geraakt als hij iets moet doen? En nog wat: aan wie zouden ze het anders moeten vragen? Bij Jochem komen nou eenmaal veel draadjes bij elkaar.
5 vakantiedagen per jaar
Om te beginnen is hij de controller en de verantwoordelijke voor de salaris-pensioenadministratie. Feitelijk is hij ook de algemene IT-man van het bedrijf. En degene die specialistische IT-zaken verzorgt. Bijvoorbeeld de geautomatiseerde offerte-structuur. Voor compliance-vragen kom je ook uit bij hem. En dan zijn er natuurlijk nog andere ”Jochemse” routinevragen en opzoekdingetjes. Hij is een druk bezette werker. Maar wel een die het liever rustig heeft. Toch? Nee, helemaal niet. Als Jochem zo van rust hield, dan zou hij vorig jaar wel meer vakantie hebben opgenomen dan die vijf werkdagen in juli.
Communiceren met je rug
Jochems probleem is –preciezer gezegd was– dat hij het bezwaarlijk vindt om iemand niet te helpen. Gaandeweg was hij in een positie beland, waarin hij continu moest zeggen, dat hij iets nog niet ging doen. Gewoon vanwege die overvolle pijplijn. Hij had nooit geleerd om effectief aan te geven dat een collega met een verzoek nóg niet aan de beurt was. Jochem communiceerde alleen met zijn rug, niet met zijn mond. Verder was het voor niemand, ook niet voor hemzelf, zichtbaar wat hij dagelijks allemaal te doen had.
Blijvend effect training
Na zijn vakantie, die hij op mijn uitdrukkelijke aanraden toch opnam, zijn we met een individuele training gestart. Nu is de vraag altijd, wat het blijvende effect is van zo’n training. Bij mijn evaluatiebezoek vertelde Jochem, dat hij nieuwe vragen en verzoeken niet langer voelde als een schuld of een last. Daarbij kon hij ook werk kwijt aan de hem nu toegevoegde stagiair. Wat hij zei over zijn veranderde werkbeleving, bevestigde wat ik eigenlijk al had gezien door het raam vanaf de parkeerplaats. Jochem zat achter zijn computer met een rechte rug. Als je van jezelf niet meer alles tegelijkertijd hoeft te tillen, geeft dat een zichtbare verbetering.