Verandering heeft zijn grenzen
Wie herinnert zich nog wat trendwatchers en andere deskundigen 10 jaar geleden riepen over generatie Y? “Let op mensen, generatie Y komt eraan. En die kinderen zijn zo knap. Die kunnen met een mobiel omgaan zonder eerst de gebruiksaanwijzing te lezen. En nog knapper: ze kunnen allemaal dingen tegelijk doen. Multitasken. Onthoud dat woord.”
De professionals van Y blijken echter niet te kunnen multitasken. Dat is ook niet zo vreemd. Want 98% van de mensen heeft hersenen die niet geschikt zijn voor multitasken. Gek eigenlijk, dat die Y-deskundigen dat niet wisten. Maar goed, ze wisten ook niet dat er later nog wel meer wensen aan het licht zouden komen met betrekking tot het functioneren van de wonderkinderen.
Recht op promotie
Punten van aandacht zijn onder meer het vermogen tot omgaan met kritiek. Het lijkt te maken te hebben met de opvoeding, die velen uit deze generatie hebben gekregen. De Y-ouders hebben nogal benadrukt dat hun kinderen heel-heel speciaal zijn. De Y-tjes zijn sterk behoed voor vormen van teleurstelling en overdadig beloond voor vrij gewone verrichtingen. Tja, wie gewend is om participatie-medailles te krijgen (in plaats van een vaantje) kan de gedachte ontwikkelen, dat er zoiets bestaat als het recht op tweemaandelijkse promotie. Door deze pamper-opvoeding hebben zij van Y ook moeite met hun doorzettingsvermogen en hebben zij een neiging tot jobhoppen.
Doorgaan met wat ze goed doen
Ondertussen hebben we het wel over mensen, waarmee de andere generaties hoe dan ook moeten samenwerken. Liever gezegd, willen samenwerken. En dan helpt het niet als generaties wederzijds klagen over elkaar. Wederzijds? Ja wederzijds. Want generatie Y heeft ook redenen om iets van de oudere generaties te vinden. Het is dus zeker niet de bedoeling dat generatie Y gauw moet worden zoals de voorgaande generaties. Nee, zij kunnen beter doorgaan met wat zij goed doen. En ophouden met dingen die problemen veroorzaken voor iedereen, inclusief zichzelf.
Gericht op functionaliteit
Wat ik niet zou willen missen van Y is hun verlangen naar ‘nieuw’ en hun openheid voor verandering. Bij hen wordt niet zoveel energie verspild aan het overwinnen van weerstand. Zij durven op knoppen te drukken zonder de angst dat meteen de hele boel ontploft. Niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk. Y heeft niets met hiërarchie, maar alles met functionaliteit. Het werkt alleen niet altijd om meteen bij de directeur de kamer in te lopen, maar die gerichtheid op functionaliteit is wel bevorderlijk voor de efficiëntie. Ook is Y na werktijd van harte bereid om iets op te zoeken of door te geven. En hun neiging om een oudere persoon iets te vertellen over wat hij of zij niet weet?… Ja, dat kan wel even wennen zijn voor diegene, maar in wezen wordt iedereen daar wijzer van.
Werkgewoonten tegen het licht houden
Ik zie het wel zitten met Y. Het zou daarbij wel helpen als zij zouden ophouden met dingen te doen die gewoon niet realistisch zijn. Bijvoorbeeld denken dat je geconcentreerd werkt, als je –plingpling!– continu aandacht geeft aan allerlei tussendoordingetjes uit je privé-circuit. Of na elf uur ’s avonds nog je hersengolven opzwepen met social mediaprikkels en verbaasd zijn dat je zo vaak slecht slaapt. In hun werkhouding zou het helpen als ze afscheid zouden nemen van de gedachte, dat alles net zo snel gerealiseerd kan worden als in hun hoofd zit. Dan zou er aanzienlijk minder teleurstelling zijn. En de factor leuk mag dan belangrijk zijn om iets te leren, leuk is geen voorwaarde om iets te doen. Een excel-sheet opstellen kan en mag ook saai zijn. Kortom, generatie Y kan groeien door haar typische werkgewoonten en -houding eens tegen het licht te houden. Waar helpen wij onszelf mee? Waarmee niet? Grote kans dat zij van Y dan tot vrijwel dezelfde keuzen komen als mensen, die nog weten wat een typemachinelint is.