Olympisch Goud
Onlangs nam ik deel aan een geweldige workshop bij Management Drives, onze samenwerkingspartner voor persoonlijk leiderschap en teamontwikkeling. Een van de sprekers was Kim Lammers, meervoudig Olympisch- en Wereldkampioene hockey. Kim vertelde vanuit haar persoonlijke perspectief over haar ambitie als tophockeyster en hoe haar wensen meermaals uit zijn gelopen op teleurstelling, ongeloof en woede. Een indrukwekkend verhaal – en nog meer zelfs als je het beschouwt door de bril van teameffectiviteit en wat je daarvan kunt leren.
Het begint met drive
‘Wat wil ik nu écht heel erg graag?’ Dat is de vraag waarmee menig succesvolle loopbaan start. Voor Kim Lammers was dat deelnemen aan de Olympische Spelen, en – beter nog – Olympisch kampioen worden. Ze was goed. Ontzéttend goed. Zelfs aanvoerder van de topscorerslijst. En ze speelde in het Nederlands team, samen met andere grote namen met dezelfde grote droom. Daarmee werd aan de eerste paar voorwaarden voor succes ruim voldaan: er was een gezamenlijk doel, wat door elk individueel teamlid gedeeld werd, waarvoor de individuele capaciteiten ruimschoots aanwezig waren en waarvoor iedereen bereid was zich volledig in te zetten.
Verantwoordelijkheid
Het voornemen om naar de Spelen te gaan – en die dan vervolgens ook te winnen – maakt dat de dames voorafgaand aan het trainingskamp in Papendal een besluit nemen. Als ze écht de besten willen zijn, dan zullen ze zich moeten onthouden van al die dingen waar het wereldje om bekend staat. Voor wie nooit in de buurt van een hockeyveld is geweest: feestjes, drank en van alles wat niet iedereen hoeft te weten. Er is dus geen contact met de buitenwereld, er wordt geen alcohol gedronken en er wordt kei- en keihard getraind.
No matter what
Het gezamenlijke doel blijft voorop staan. Zelfs – en hier spelen persoonlijke kracht en veerkracht een grote rol – als de selectie bekend wordt gemaakt en spelers te horen krijgen of ze wel of niet mee mogen naar de Spelen. Kim krijgt een forse teleurstelling te verwerken. De Spelen gaan aan haar neus voorbij. Net als vier jaar later, als ze alles in haar knie heeft gescheurd wat er maar te scheuren valt. Na een jaar revalideren en zich binnenste buiten keren, krijgt ze tóch wéér slecht nieuws: “Kim, je bent niet goed genoeg. Je gaat niet mee.”
De strijd aan
Op dat moment gebeurt er iets waarvan de betekenis pas later duidelijk wordt. Kim houdt haar mond. Trekt de beslissing van bondscoach Marc Lammers niet in twijfel. Niet dat dat iets veranderd zou hebben. Maar het laat zien dat de behoefte aan harmonie, of misschien een te beperkte ruimte voor eigen inbreng, maken dat individuele kwaliteiten niet optimaal worden benut. Het team als geheel verzwakt. Er wordt gevoegd in plaats van tot het uiterste gevochten. In 2008 boeken de Nederlandse dames, nét als in 2004, geen gouden plak.
Vertrouwen
Geluk of niet, in 2010 trad Max Caldas aan als bondscoach. Zijn insteek: werken aan het onderling vertrouwen, elkaar werkelijk leren kennen: niet alleen in waar je kracht zit, maar vooral ook in wat er onder druk bij je naar boven komt. Wat doe je als het spannend wordt, als alles van je gevraagd wordt en anderen niet doen wat jij wilt? Wat doe je als er geen fair play is, als jouw norm niet worden gehaald, je waarden worden getart? In hoeverre kun je je op jezelf verlaten? En durf je je te verlaten op anderen?
On top
Die Spelen, die van 2012 in Londen, vlógen ze. Op de juiste plek op precíes het goede moment. De dames lieten een samenspel zien zoals nog niet eerder was vertoond: ongeëvenaard. En ze wonnen. Niet een beetje maar álles. Goud!
Eenmaal bekomen van de bekroning, de roes en de feestvreugde werd er toch ook geëvalueerd. De lering? Zet een paar geweldig goede mensen bij elkaar, met de neus dezelfde kant op, goede afspraken en duidelijke besluiten… dat maakt ze nog geen gouden team. Daarvoor is een vooral een stevige basis nodig, een fundament van vertrouwen, waar bovenop de nodige skills kunnen worden getraind (competenties en vaardigheden ontwikkeld). Met name die nodig zijn om onder spanning te kunnen presteren en om van je te laten horen als je het ergens niet mee eens bent, je een nieuw idee hebt of als er op het persoonlijk vlak ergens lucht aan gegeven moet worden.