Mediation is een onvoorspelbare weg
Soms loopt een conflict zodanig uit de hand dat de betrokken partijen er samen niet uit kunnen komen. Als ze dat wel graag willen en bereid zijn hiervoor samen een oplossing te zoeken, kan mediation een belangrijke rol spelen.
5 vragen aan CiEP coach en mediator Tom Goddijn
1. Wat is precies jouw taak?
‘Een mediator wordt ingeschakeld op het moment dat partijen er niet uit komen en ze geen juridische weg willen bewandelen. Een mediator behartigt de belangen van beide partijen. Feitelijk ben ik alleen begeleider van het proces. Ik ben de veilige haven en soms is de gedachte dat ik het wel even ga oplossen, maar dat is niet mijn rol. Ik laat de partijen elkaar aankijken en met elkaar praten, ik laat ze zoeken naar het wederzijds belang. Een belangrijke kwaliteit daarin voor de mediator is natuurlijk onpartijdigheid.’
2. Op welke manier vervul jij je rol?
‘Het vertrouwen winnen van de betrokken partijen is geen 1-2-3’tje. Sterker nog, ik denk dat mensen er vaak zitten met de nodige reserves en nog geen geloof hebben in het proces. Ik moet me werkelijk verbinden. Het belangrijkst daarin is misschien wel een soort nederigheid. Je weet niet waarom mensen zich ergens druk over maken. Het is zaak om respect te hebben en open te staan voor waar mensen vandaan komen, niet letterlijk, maar wat ze hebben meegemaakt. Ik krijg mensen niet mee als ik niet op enig moment iets over mezelf deel, hoe ik in het leven sta, of waar ik tegenaan loop. En als dat contact er eenmaal is, dan gaan we op weg. Daarna is het werk aan hen, om te verdiepen en exploreren.’
3. Welke eigenschappen zijn hierbij belangrijk voor een mediator?
‘De kunst is om niet te denken: ik weet al wat er speelt. Nieuwsgierigheid is echt heel belangrijk, blijven onderzoeken. Als je maar ver genoeg doorvraagt, komt het vaak uit bij dat iemand zich niet gehoord of erkend voelt. Maar iedereen gebruikt daar andere woorden voor en het is mijn taak dat te proberen te vertalen voor de ander. Ik moet toetsen of wat ik hoor ook daadwerkelijk bedoeld wordt. Je moet wars zijn van aannames en steeds in verschillende bewoordingen herhalen wat iemand zegt.’
4. Hoe kom je tot de kern van het probleem?
‘Negen van de tien keer zit er ruis op de lijn in de vorm van emotie. Mensen zijn op dat moment nog niet in staat in termen van oplossingen te denken, omdat er verongelijktheid, kwaadheid of verdriet zit. Ze voelen zich niet gehoord of erkend. De kunst is eerst dat boven tafel te krijgen en ze te laten ontladen. Ze mogen iets vinden van elkaar, boos of verdrietig zijn. Op het moment dat die rommel op tafel ligt, krijgt het een plek en kun je verder. Alsof we een ui schillen: met zogenaamde schilvragen banen we ons een weg naar de kern. Die vragen stel ik op het moment dat iemand heel stellig is en iets beweert over de ander. Dan begin ik: Wat maakt dat je zo stellig bent? En een volgende vraag kan zijn: Wat is dan het effect op jou? En zo begint het schillen. Pas wanneer duidelijk is wat de emoties veroorzaakt, is het tijd voor de vraag: Wat is belangrijk voor jou?’
5. Wat trekt jou aan in mediation?
‘Het boeiendst vind ik: het is een onvoorspelbare weg. Je hebt geen idee van de geschiedenis, van wat er speelt. De kunst is met de betrokken partijen mee te reizen op de weg waarlangs zij richting zoeken. Dat kan heel spannend zijn.’