Een voorzichtige schatting
Door: Gery Groen, oprichter Impulsus/CiEP
We gaan even lachen. Onderzoek wijst uit, dat een grote meerderheid van mannen het volgende denkt: “Wat betreft atletische kwaliteiten behoor ik tot de 50% meer atletische mannen. Niet bij de 50% minder atletische mannen.”
De statistiek biedt geen ruimte voor deze vorm van zelfwaardering. Maar dat maakt de mannen niet uit. “Met zijn allen zijn wij de 50% besten.” Opleidingsniveau vormt overigens totaal geen belemmering bij het cultiveren van egovriendelijke vooroordelen. Van een groep onderzochte studenten schatten 85% in dat zij bovengemiddeld goed waren in de omgang met anderen. En 25% meenden van zichzelf dat zij behoorden tot het exclusieve gezelschap van “1% sociaal meest vaardigen”.
Allemaal bovengemiddeld
Managers zijn dagelijks in de gelegenheid om te scoren op parameters zoals klantgerichtheid, mate van onderling vertrouwen en bureaucratie. Hoe zal de waardering luiden die zij zichzelf toekennen op dergelijke aspecten: bovengemiddeld gunstig of ondergemiddeld gunstig? Als we af moeten gaan op het oordeel van de managers, dan zal vast blijken dat ook hier de statistiek moet wijken. Immers, managers zijn net mensen. Allemaal bovengemiddeld goed bezig. En desondanks komt er dan toch een dag waarop er een transitieproces wordt ingezet. Doel: de resultaten van de organisatie of afdeling op een hoger plan brengen.
De ware 1%
Bij zo’n proces denken managers regelmatig dat de medewerkers “net zo klantvriendelijk, betrouwbaar en niet-bureaucratisch moeten worden als ikzelf”. Helaas hebben zij niet door dat de medewerkers in werkelijkheid al op dat niveau zitten. Want het werkelijke voorbeeldgedrag van de manager heeft zijn uitwerking niet gemist. Af en toe tref je ook organisaties, waar de managers hun presteren niet relateren aan hun eigen oordeel en voorkeur, maar aan bewust gekozen waarden en criteria die zij uitdragen en voorleven. Ze vragen dan hun collega’s en medewerkers gestructureerd om feedback. “Dit voorbeeld wil ik geven, in welke mate ben ik daarin deze periode geslaagd?” In de statistieken nemen organisaties met zo’n waardencultuur ook een heel speciale plek in. Als ik voorzichtig moet schatten: bij de 1% best presterende.