Als iedereen alles doet, gaat er minder goed
“Ik verbaas mij er over, dat dit bedrijf er nog is?!” zei de directeur tegen mij, nadat hij zich al enkele weken verdiept had in de manier, waarop de orders in zijn bedrijf werden verwerkt. Er ging zo veel verkeerd, dat verschillende medewerkers letterlijk de dagtaak hadden om te bemiddelen tussen ontevreden klanten en de afdeling administratie. Dat deden die mensen zo goed, dat de klanten nog steeds niet overstapten naar een andere leverancier.
Verstandig genoeg wilde de directie het zover niet laten komen. Het bedrijf –een groothandel in bouwkundige elektronica-onderdelen– was over de jaren gegroeid. Graag wilde men de groei, in ieder geval de continuïteit, erin houden. Om dat te faciliteren was een omslag nodig. Wellicht ook een verandering van mentaliteit?
Collegialiteit en verantwoordelijkheidsgevoel alom
Met de mentaliteit van de medewerkers was weinig mis. Ze was één van de factoren in de groei van het bedrijf. Loyaal, betrokken en een hoog niveau van de collegialiteit. De directeur was verbaasd, dat bij een hechte groep van vakmatig onderlegde mensen zoveel dingen mis konden gaan. Natuurlijk, met een assortiment van pakweg 18.000 verschillende onderdelen en bestel-deadlines van 36-uur, ligt een probleem altijd op de loer. Maar het aantal missers leek niet te rijmen met de mate van collegialiteit in het bedrijf.
Groei vraagt verandering
Toch doet deze paradox zich vaker voor. Collegialiteit is uiteraard een plusfactor. Maar deze kan ook een bij-effect hebben. En dat was hier het geval. Vroeger wist haast elke medewerker alles van elke order. Een duidelijke scheiding van taken en verantwoordelijkheden was er niet. Ging er iets (bijna) mis dan sprong de ene collega in voor de andere. Door de groei van het bedrijf vielen steeds meer orders tussen wal en schip. Niet vanwege desinteresse, maar door de onmogelijkheid om alles te weten en bij te houden.
Ieder doet zijn deel
Dan komt het moment dat de ene collega met de andere een professionele discussie moet voeren over wie waarvoor verantwoordelijk is in het proces en waar je verantwoordelijk voor mag worden gehouden. Dat valt niet mee als er een sterke cultuur heerst van collegialiteit waarin mensen vooral de harmonie willen bewaren. Men praat dan liever niet over nieuwe grenzen tussen de eigen verantwoordelijkheid en die van de ander want dan kan er weleens ruzie ontstaan. Toch moet dat gesprek in het belang van iedereen gevoerd worden. Belangrijk is daarbij scherp te zijn op de inhoud, maar zorgzaam voor de relatie.