Meningen of feiten?
Welke uitdagingen zijn er in deze wereld? Een wereld waarin de mogelijkheden en keuzes eindeloos lijken? En leveren al deze mogelijkheden voldoening of dragen ze juist bij tot een verwijdering van waar het echt om gaat? ‘Onze wereld uitgedaagd’, was het thema van de Bilderbergconferentie waar ook ik werd uitgedaagd om na te denken over mijn bijdrage aan onze wereld.
Als centrale boodschap kwam naar voren dat we kennelijk in een tijdsframe beland zijn waarin aan meningen veel meer waarde wordt toegekend dan aan de feiten. Interactie lijkt gebaseerd op wat mensen van dingen ‘vinden’. Zo is er steeds minder acceptatie van autoriteit, de wetenschap wordt in twijfel getrokken en de dialoog is bezig ondermijnd te worden door discussie en de subjectiviteit van meningen.
Terwijl ik luisterde vroeg ik me af hoe dit zich vertaalt in mijn werkpraktijk. In de gesprekken die ik voer lijkt het een vanzelfsprekendheid voor mijn gesprekspartners te zijn dat de taken en verantwoordelijkheden gekaderd en helder zijn. Echter bij het checken van de feiten in hun persoonlijke werksystemen, blijkt het vaak anders te zijn dan gedacht. Dus ja, zelfs de kijk op feiten is veelal nog subjectief en blijkt in de praktijk nog wel eens af te wijken van de feitelijke situatie.
Met deze centrale waarnemingen kan ik mij door mijn praktijkervaringen identificeren. Zeker in de boodschap die volgde, dat verandering tot stand kan komen door communicatie tussen partijen die elkaar VAN TE VOREN als gelijkwaardig beschouwen. Dát geeft een bedding voor dialoog. Hoe mooi zou het zijn als dit een gangbaar uitgangspunt wordt?
Want ontstaat er discussie tussen mensen over meningen, dan wil er meestal iemand gelijk krijgen. In een discussie gaat het veelal over goed- en-fout denken en om het gelijk te willen behalen, communiceren mensen vaak op een wijze die disrespectvol is. Zeker als dit publiekelijk gebeurt tussen bestuurders, politici of andere publiek-private functionarissen, voel ik me plaatsvervangend ongemakkelijk en is mijn neiging de publieke opinie en discussie te ontwijken. Trouw aan mijn persoonlijke en professionele waarden, distantieer ik mij van het gebrek aan waarde dat wordt gedemonstreerd. Met als gevolg dat ik zowel mijn zelfexpressie als mijn vertrouwen verlies en stilletjes wel ga denken dat ik het beter zou kunnen of beter weet dan de mensen waar ik iets van vind. Een gedachtenpatroon wat ik niet wil, maar bij zo nu en dan wel heb. En waar ik wel degelijk iets aan kan doen.
Dit is aan de orde van de dag. Niet alleen bij mij, maar ook bij anderen. Met als gevolg een groot publiekelijk gebrek aan vertrouwen in onze bestuurders, harde kritiek en ondermijning van elke vorm van autoriteit in het publieke domein.
Hetzelfde fenomeen doet zich vervolgens ook voor in organisaties, waar bestuurders hun geloofwaardigheid verliezen door gedrag te vertonen wat niet overeenkomt met intenties en gemaakte afspraken. Of waar professionals vakinhoudelijk hun werk verrichten en niet meer echt aanspreekbaar zijn op hun houding of gedrag. Op individueel niveau komt het ook voor, bijvoorbeeld in gezinnen waar ouders tegenstrijdig handelen en hiermee een niet gewenst voorbeeld meegeven aan hun opgroeiende kinderen.
Dus uitgedaagd? Zeker! En ik wil iedereen vragen om zich ook te laten uitdagen, in welke rol dan ook. Want het gaat uiteindelijk altijd over houding en gedrag. Over de bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen voor de wijze waarop wij met elkaar communiceren, voor hoe we ons gedragen en wat we doen, maar ook voor wat we nalaten.
En hoe kunnen werkgevers, bestuurders, leiders een bijdrage leveren aan herstel van geloofwaardigheid? Aan herstel van vertrouwen? Aan het voorleven van waarden en het voeden van onze medemens met inspiratie, met feiten die er toe doen, met focus op resultaten die energie geven, met voorbeeldgedrag dat doet volgen?
Volgens mij begint dat met de moed van al degenen die misschien tot dusverre wel zwijgen. Waaronder ikzelf ook. Die hun zaakjes op orde hebben, die vanuit waarden hun steentje bijdragen aan de maatschappij, die passie hebben voor hun werk, voor de zin van hun bestaan, voor vernieuwing, voor het vertalen van mogelijkheden in inspirerende resultaten.
Die hart hebben voor hun medemens. Die bereid zijn om de waarde van onze verworvenheden te blijven herhalen. Te communiceren over wat (aantoonbaar) werkt in hun organisatie, te delen wat er wordt bereikt met innovatieve (misschien wel hele kleine) stappen die worden gezet. Die perspectief kunnen creëren voor de toekomst. Zodat de mensen die zich onzeker voelen in hun bestaan, die onrustig zijn vanwege de ontwikkelingen in de wereld, die bang zijn hun baan, hun huis, hun salaris kwijt te raken door de komst van vluchtelingen of door reorganisaties, zodat ook die mensen perspectief blijven zien. Zodat ook die mensen zich gehoord blijven voelen en zich serieus genomen voelen in hun behoeften. Ook al levert dat niet direct materieel gewin op. Gericht op herstel van gemoedsrust en herstel van vertrouwen.
Kortom, laten we ons richten op resultaten die energie geven en die richting geven.
Laten we ‘by heart’ luisteren naar zorgen en emoties die mensen in onze directe omgeving hebben waar zij hun energie aan verliezen. Maar laten we vervolgens ook de moed hebben om de regie te (her)nemen, voorop te gaan en op basis van feiten te handelen en te communiceren. Zaken niet mooier voor te stellen dan ze zijn, maar mensen wel te houden aan het leveren van hun aandeel in de oplossing, aan doen wat in hun eigen vermogen ligt. Zodat de energie weer gaat stromen, de rust wordt hersteld en er een lonkend toekomstperspectief is.