Hoe keren we de burn-out trend?
Voorafgaand aan de Week van de werkstress berichtte Binnenlands Bestuur een verontrustend record: 23% van de jonge ambtenaren bevindt zich in de gevarenzone. Ter vergelijking: de rest van de arbeidsmarkt zit nu al een aantal jaren rond 15%. Maar sinds 2012 groeit onder jonge ambtenaren de groep van stress-bedreigden met 1 à 2 procentpunt. Mogelijk stopt de groei, mogelijk zet hij door. In beide gevallen is er 100% reden om serieus werk te maken van oplossingen.
Serieus is niet tegen de betrokkenen te roepen dat het hun eigen schuld is (verwende generatie, kan nergens tegen, zit de hele dag op zijn mobiel te koekeloeren). Serieus is niet wijzen op veronderstelde schuld bij anderen of de maatschappij (oudere ingedutte collega’s, oudere generatie met veel vakantiedagen, de huizenmarkt met zijn hoge prijzen). Bij de meeste problemen is de aandacht voor schuld net zo min nuttig als de focus op jeuk bij een muggenbult. Jonge professionals zijn gebaat bij het faciliteren van zelfonderzoek, bij bewustwording van waarom en hoe zij doen wat ze doen, bij het stellen van de vraag: waar kan ik zelf voor zorgen, zodat ik voortaan na een nacht slapen wel weer uitgerust ben? Dit is een cruciale vraag en helaas ook een lastige. Want hij leidt al snel tot het besef dat én-én vaak niet gaat. En zeker niet zonder expliciete randvoorwaarden, iets waar jonge professionals vaak nog niet aan willen. Het zijn net mensen: ze houden niet van ongemakkelijke keuzen.
Keuzedrempels leren nemen
Bijvoorbeeld gaan slapen als de rest van hun sociale netwerk nog online is, werkmail niet beantwoorden na het avondeten of gedurende het weekend het huis opruimen in plaats van shoppen en uitgaan. De gevoelsdrempels bij deze keuzen zullen blijven. Dus de vaardigheid om bewuste keuzes te maken gebaseerd op bewust gekozen waarden en gevoelsreflexen te kunnen verduren zonder ze te volgen, moet omhoog worden gebracht. De professional moet zich permanent en sterk bewust worden van de vraag wat hij of zij belangrijk (≠leuk, ≠makkelijk) vindt. Vervolgvragen gaan over welk gewenst resultaat daarbij hoort en welk handelen of nalaten geboden is. Aldus ga je leven en werken naar de waarden die je belangrijk vindt. Zo makkelijk als het hier staat, is dat niet. Want gedrag laat zich doorgaans niet veranderen met een logisch besluit. De meeste mensen hebben een structuur nodig, bijvoorbeeld door training en coaching, om hun persoonlijke waarden te onderzoeken en voor zichzelf de leidende principes te internaliseren, waar ze zowel in als buiten het werk, op terug kunnen vallen. Bij het maken van keuzes, het overwinnen van belemmerende factoren en het realiseren van wat écht belangrijk is.
Verankering door certificering
Het onderbouwen van gedrag met een structuur is ook belangrijk, omdat structuur het individu overstijgt, objectief waarneembaar is en uitbreidbaar is op team- en organisatieniveau. Het maakt nogal uit of collega’s, leidinggevenden en de directie zich structureel hebben verbonden aan gedeelde werkwaarden en de bijbehorende gedragsprincipes en criteria; of ze zichzelf als oorzaak zien in de omstandigheden, transparant zijn over hun intenties en aanspreekbaar op hun communicatie en op hun handelen. Binnen een structuur waarmee iedereen zich verbonden heeft, wordt werk niet zo gauw meer over de schutting gegooid maar ook niet meer als vanzelfsprekend aangenomen. Ook zal men alvorens een opdracht te geven, zich eerder afvragen wat de toegevoegde waarde is en of deze taak iemands energie wel waard is. En van de andere kant heeft een waardenbewust werkende professional geleerd zuiniger en vooral bewuster om te gaan met zijn eigen energie. Wat de werking van een gedeelde structuur zeker helpt, is de verankering ervan. Door het certificeren van deelnemers. Jonge professionals zijn omringd door onbeperkte online mogelijkheden voor overwerk, afleiding en tijdsverspilling. Dat vraagt om een duurzame, aantoonbare structuur van bevestiging –zwart op wit– dat je als jonge professional bewust en effectief stuurt op resultaten die waardevol zijn voor al je belanghebbenden, inclusief jijzelf. In een gezonde balans tussen werk, jezelf en thuis.